Jenny-Vlado.reismee.nl

De zestiende dag 22 oktober): Mijn Koningkrijk voor een paard ...

’s Ochtends is het niet wit, maar er staat een snijdende wind.

Na het ontbijt beginnen we aan onze ochtendwandeling. Dit keer gaan we recht (nou ja, erg steil) omhoog de berg op, die achter onze gers staat. Vlado is de eerste dag al een stukje omhoog geweest. Ik probeer op mijn Asics naar boven te komen omdat ik erg last heb van mijn bergschoenen. Snap eigenlijk niet waarom ik ze nog meesjouw. Volgens mij gaan die Nederland niet meer zien. Het is een fikse klim en zeker na zo’n 150 meter hoogteverschil glibberig. Hier is hier en daar hagel blijven liggen. We komen zonder problemen boven en genieten dan van een mooi uitzicht. We kijken de vallei nu in waar we vandaan komen, maar zijn ook in een col terecht gekomen waar aan de andere kant glooiende velden naar beneden gaan. Vooral ’s zomers moet dat prachtig zijn als het groen is.

Nu is het indrukwekkend door de stilte en ongereptheid. Je kunt nog het idee hebben dat je als een van de eersten dit stukje natuur ziet. Na een korte pauze en de nodige foto’s en filmpjes gaan we rustig aan weer naar beneden. We denken zo’n 300 meter geklommen te hebben.

Beneden aangekomen is het tijd voor de lunch en ja hoor ... vanochtend zijn er twee paarden besteld. Levende wel te verstaan en hopelijk voorzien van een begeleider. Het hele spulletje zal om een uur of twee aanwezig zijn. Het gemiddelde paard waar ik in Nederland mee te maken heb zijn politiepaarden en die vind ik errug hoog

Frown
. Dan denk ik er maar aan dat we het altijd over de kleine Mongoolse paardjes hebben, dus als we naar onze ger lopen om nog warmere kleding aan te doen (de wind is sterker geworden en het is erg koud) kijken we af en toe achterom of we al iets zien. Onze ger ligt ook iets hoger op het terrein dus Vlado blijft voor de deur kijken of er wat aankomt.

Iets over twee uur beweegt er iets richting ons kamp en inderdaad zie ik een Mongoolse meneer drie paarden naar voren duwen. Geen wonder dat ie wat later is. Na een paar minuten kruipen de paarden dichterbij (alsof ze weten wat ze te wachten staat) en blijken de smeekbedes van de begeleider te helpen. Wanneer de paarden beneden staan worden we geroepen en kan het feest beginnen. Voor twee leken die zich tot voor kort alleen bezighielden met non-paardige bezigheden was het opstappen al de eerste uitdaging. Waar de eerste slappelach bui bij de “entrance of the horses” was, volgde de tweede bij “mounting of the horses”. Uiteindelijk heeft de begeleider (“tomé” of zoiets genaamd) me erop gekregen. Punt voor hem. De receptionist heeft me vervolgens uitgelegd hoe een paard werkt. Ik was met name geinteresseerd in de rem. Die werkte. Het stuurprincipe werkt ook logisch. Waar het hoofd heen gaat (paard heeft hoofd weet ik nog), gaat het paard en dus de berijder. Werkt ook. O.k. dan toch voor de zekerheid een riem aan de gids gegeven voor het eerste stuk. Lekker relaxt, kan ik eerst wennen aan het gewiebel en kan ik foto’s maken. Zo bedacht, zo gedaan. Waar ik dacht dat we een uurtje en heel misschien twee op een paard zouden doorbrengen (al naar gelang de kou en weersomstandigheden) hadden we ineens besloten om naar de rivier Tul te gaan. (Komt overigens uit in het Bajkalmeer, ach wat is de wereld toch klein). Dat wil dan ineens zeggen 3 uur op een paardenrug. Maar ach, hoe vaak kom je in Mongolie? Die keren zijn op de vingers van één hand te tellen, dus .. Op naar de rivier Tul.

Het is zonder meer een mooie tocht. Vlado heeft het paard al snel onder controle en denkt er inmiddels over zich op te geven voor het volgend Concours Hippique in Rotterdam. Soms als ik onderweg keek, zat hij achterstevoren in het zadel om filmpjes te maken. Een enkele keer hing hij ook onder het paard om mooie plaatjes te schieten (zegt hij tenminste achteraf). Zonder gekheid, de samenwerking met zijn paard verliep prima. Al vrij snel hotsten zij over de steppen alsof ze elkaar al jaren kenden. Een lust voor het oog. Dat vond Tomé ook. Als ze weer langs kwamen schaterde hij het uit. Het eerste stuk loopt parallel aan de weg, dus zien we af en toe nog auto’s, maar al snel buigen we van de weg af en kruisen we een kudde met van alles. Koeien, geiten en schapen, vergezeld door twee herders. Onze gids maakt even een gezellig praatje en ineens blijken we ook een hond mee te hebben. Gezellig. We komen ook nog een kudde paarden tegen die gezellig samen op pad is en dan bereiken we een vlakke vruchtbare strook, met bomen. Daar achter stroomt een riviertje, ons einddoel, de Tul. Tommé laat de paarden drinken en springt dan op het paard van Vlado om dit naar de overkant door het water te leiden. Dat kunstje wil hij ons ook laten doen. Vlado wel, ikke niet dus. Maar wel leuke foto’s en filmpje van gemaakt. Dan is het weer tijd om de terugtocht te beginnen. Het is ook nog steeds koud. Onze gids is een vrolijk mannetje dat hele verhalen vertelt onderweg. Rotterdammers in de Rimboe. We kletsen gezellig mee: “volgens mij zegt ‘ie dat ‘ie daar woont”, “hij zegt denk ik dat ze nog helemaal daarnaartoe moeten”, “volgens mij heet z’n hond Hosja”. Na het “me Tarzan, you Jane” stadium wil hij ook weten waar we vandaan komen. “me Mongol” levert hem “me Holland, Netherlands, Anton Geesink, Marco van Basten, Guus Hiddink” op, maar nope. Geen teken van herkennig. Wel een innemende vriendelijke lach. Om snel in het kamp te zijn gaan we stukjes in een iets hogere versnelling. Ik voorzie al een blauw achterwerk! Maar het helpt wel. We zijn na een geweldige tocht netjes om vijf uur weer terug. Tijd voor een wodka! Bij de gers krijgen we de vraag “dinner at six please”, dus even omkleden en aan de prak. Aangezien het weekend is aangebroken zijn er meer gers bezet en boven de eetzaal blijken kamers te zijn. Deze zijn nu ook voor een groot gedeelte bezet. Daarna is voor mij het lampje uit gegaan. Terug in de ger was het zo ontzettend warm dat ik alleen nog maar kon liggen en prompt in slaap viel. (en er was nog wel karaoke van 10 tot 12 ...). Goh.

De vijftiende dag (21 oktober): Terelj Nationaal Park - Koud of niet

Als je min of meer verwacht 's ochtends in half bevroren toestand te ontwaken heb je het mis. Ik denk dat het tweepersoonsbed wel scheelt. Het is fris, dat wel, kan ook niet anders, maar zeker goed te doen. Om een uur of half acht zijn we allebei wakker en zien we door het dak van de ger (een stukje is transparant) een zonnetje. Snel aankleden en naar de wasruimte. Dat doet me dan toch wel weer heel erg aan kamperen denken. Sterker nog, we zijn aan het kamperen in Mongolie in een traditioneel onderkomen, waar ook tegenwoordig nog heel veel mensen in wonen. Een ger is een tent op een houten vloer (beton in ons geval), met een houten frame, bedekt met van oorsprong dierenvellen. Van binnen voorzien van een mooie binnenbekleding. In het midden een kacheltje, gestookt op hout en kolen, waar oorspronkelijk natuurlijk ook op gekookt werd/wordt.

De wasruimte is verwarmd (!) en van alle gemakken voorzien. Het douchen laten we nog even zitten. Niet te veel ineens alsjeblieft. Dan op weg naar het ontbijt. Netjes verzorgd, Europees, geen noodles. Eitje, kaas, worst (aan de honden gegeven, zag er niet fris uit), jam, geroosterde boterhammetjes, sapje, thee/koffie. Perfect om de dag te beginnen.

Vervolgens op pad. We besluiten de 'vallei' door te lopen en staan even in tweestrijd over de hoeveelheid kleding die we aan moeten. Ik kies voor de binnen en buitenjas. Je weet nooit. Het ziet er wel lekker uit, maar het flesje water dat we 's avonds buiten neer hadden gezet was (natuurlijk) goed bevroren. Handschoenen laten we thuis. Het voelt nl. niet koud. Water mee en gaan.

Alhoewel het inmiddels een uur of 10 is, is het doodstil. We volgen de weg en af en toe rijdt er een auto of een bus. We lopen langs en door een kudde wilde paarden. Aan beide kanten van de weg staan nog meer ger-tentenkampen. Allemaal voor toeristen. Niet eens zo zeer buitenlandse toeristen, maar ook mensen uit Mongolie zelf. Na een poosje komen we langs een golf-baan waar druk gebruik van wordt gemaakt. Hij ligt te ver weg om te zien wat voor soort mensen er gebruik van maken, maar we zien veel beweging. Waar het zomers ongetwijfeld strak groen is, is de overheersende kleur nu goudgeel/bruin. Enorme rotspartijen. Onderweg zien we diertjes, die we sinds de lessen van gisteren van het Natuur Historisch Museum menen te herkennen als hermelijntjes. Kunnen ook fretjes zijn. Ze zijn heel schuw als je in de buurt komt en duiken dan oniddellijk in een holletje in de grond. Als we na deze wandeling weer terugkomen zien we een wolkenpartij aankomen.

Overigens is de temperatuur nu zodanig dat we in flanellen shirts kunnen rondlopen. Het is warm.

In de namiddag hebben de wolken voor een hagelbui gezorgd. Eigenlijk houdt dit tot en met de nacht aan. Hagelbuien! Dat betekent dat we veel in de ger blijven. Lezen, spelletjes doen, filmpje kijken (Planet 51, leuk!).

Hat 'kachelmeisje' is vandaag niet vaak langs geweest, maar in ieder geval nog om een uur of 7 en dat was weer net genoeg om de avond comfortabel door te komen. Het is buiten wel veel kouder dan vanochtend.

We hebben vanmiddag buren gekregen. Hebben ze bij het diner niet gezien, dus ze zijn ongetwijfeld self-supporting. Als we zo eens rondtellen loopt er zo'n 10 man rond, die uitsluitend voor ons in de weer zijn. Kachelmeisje, serveerstertje, receptionist, grote baas, kok, bewaker, schoonmaaksters.

Op het bord bij de receptie lezen we dat er nog twee nederlanders aankomen. Overmorgen geloof ik. Zij blijven maar 1 of 2 nachtjes.

Na het diner de douches uitgeprobeerd. Prima, warm water (misschien ook te danken aan het feit dat we de enige gebruikers zijn - op het personeel na).

Vlado heeft geinformeerd naar een ritje met een paard. Hmmm ... Ik heb het niet zo op paarden maar de associatie Mongolie - paarden is natuurlijk snel gemaakt en je moet dan toch ook op zo'n paard hebben gezeten. Toch? Hmmm ...

Ben benieuwd wat het vannacht wordt wat het weer betreft en hoe het er morgenochtend uitziet. Wit?

De veertiende dag (20 oktober) Ulaan Baatar - Terelj Nationaal Park

En dan sta je 's ochtends in de lift naar beneden om te ontbijten en halverwege stappen de Zwitsers in. Heel kort met ze gesproken. Zij zijn een nacht in Terelj Nationaal Park geweest. Reactie: Het was koud. Maar zij gingen geloof ik nog door naar exotische oorden, dus .. het is ze vergeven.

Ons eerste doel na het ontbijt (en uitchecken hotel) is het Natuur Historisch Museum. Dat gaat om 10 uur open en om 10 over 10 zijn we bijna de eersten. We krijgen een engelstalige rondleiding van een aan het museum verbonden dame. Heel veel interessante dingen gezien en gehoord. We zitten niet zo ver van de Gobi-woestijn en met name daar zijn veel restanten van prehistorische dieren gevonden. De zaal met de dinosaurussen en aanverwante zaken vind ik heel boeiend. Als je je een beetje verdiept in de verhoudingen is het bijna ondenkbaar dat ze ooit hebben rondgelopen.

Uit de verhalen van de gids blijkt dat ze veel aan uitwisseling met andere landen doen. Er lopen diverse projecten.
Ze laat ons ook activiteiten m.b.t. Przedwalski-paarden zien. Deze paarden zijn ons welbekend van 'Blijdorp'.
Het bezoek loopt een beetje uit en we duiken ook nog even de souvenirwinkel van het museum in.

Dan vinden we het ook nog raadzaam om even wat geld te wisselen en we proberen dan meteen de russische roebels die we nog hebben om te wisselen. Vlado duikt een bank in en komt na een eslaagde opdracht weer binnenboord. En dan Ulaan Baatar uit! Het is leuk geweest maar wat een drukke, lawaaierige en vervuilde stad. Zondagochtend zijn we hier weer terug om de trein te nemen naar Peking.

Nu op weg naar het Terelj Nationaal Park. Het is in principe niet ver (ik dacht zo'n 80 kilometer) maar op deze wegen duurt alles heel erg lang. We komen langs een hokje waar je moet betalen voor de weg, maar als je denkt dat het toen beter werd. Nope. Dezelfde hotsen en kuilen. Vroeg in de middag komen we in de buurt van de ingang van het park, waar even halt houden bij een souvenir shop waar kamelen en adelaars. Natuurlijk willen we zo'n adelaar (een Steppenadelaar van 4 maanden oud en een Goudenadelaar van 1 jaar) op ons arm en natuurlijk moeten daar foto's en films van gemaakt worden.

We gaan ook nog even de twee ger-winkeltjes in en zowaar, ik scoor daar eindelijk een hoed die me past. Mongolen hebben grote hoofden. Kleine mensen met grote hoofden. Love them for it.
In het tweede winkeltje kopen we nog wat souvenirs en dan gaan we op weg naar het Tiara-gertentenkamp. We moeten haasten, want we zijn al te laat voor de lunch (het is dan half drie).

We worden bij de gers hartelijk ontvangen. Het is een Nederlandse enclave in het park, alleen zijn wij nu de enclave. Geen andere gasten/toeristen. Eigenlijk wel heel relaxt. Het is ook buiten het seizoen natuurlijk. De kou waar de Zwitsers het over hadden valt ons niet op.

Ze laten ons onze ger zien. We hebben de honeyoon suite gekregen !!?? Omdat we een twee persoons-ger hadden gereserveerd en er toch verder niemand is. Er staat inderdaad een tweepersoonsbed in en een bankje. Verder is de binnenkant aangekleed met de meubeltjes die we in de tentenwerkplaats hadden gezien. Oranje met de versieringen. We worden meteen voor de lunch gevraagd en maken daar graag gebruik van. Noodles! (eerste keer, steeds weten te omzeilen).

De rest van de dag brengen we door met de omgeving een beetje verkennen, uitpakken, kennis maken met drie honden die bij 'ons' horen en overvriendelijk en -enthousiast zijn.
Om de drie uur komt iemand bij ons het vuur in de ger verzorgen. De eerste keer doet ze het om een uur of half vier. Als het vuur aan is, is het ontzettend warm. Dan zwakt het langzaam af. Om een uur of zeven komt ze voor de tweede keer.

De omgeving is zo ontzettend weids. Het enige wat we zien zijn kleine concentraties gertenten.

Morgen op pad. Eerst even zien hoe we de nacht doorkomen.

De dertiende dag (19 oktober): Ulaan Baatar - zonnetje!

Om half tien staan we, na een goed ontbijt (combi Mongools/Europees), klaar voor de expeditie van vandaag: met het busje door de stad crossen. En wel met als eerste doel: Het Bogd Khaan Paleis. Zo vroeg op de ochtend zijn we de enigen.
Het complex is opgesplitst in een zomer- en een winterpaleis. Het zomerpaleis is voor iedereen en altijd toegankelijk. Te zien zijn afbeeldingen, met de hand gemaakt uit het begin van de 20e eeuw, van boeddhistische goden. Het zijn tempeltjes gelegen in een tuin. Het winterpaleis is geschonken door tsaar Nikolaas 2. Doordat er nogal wat commentaar kwam op het Russische gebaar: een twee verdiepingen huis met een sterk europese inslag, werden er veel boeddhistische elementen in en op aangebracht.
De bezienswaardigheden van het paleis zijn gelukkig hier en daar voorzien van engelse teksten. Leuk om te bekijken. De jonge Kahn kwam niet uit Mongolie en werd al vroeg voorzien van speelgoed dat te maken had met Mongolie (speelgoed ger, etc.) om te wennen aan zijn nieuwe vaderland.

Na het paleis volgde het Nationaal Historisch Museum. Is zeker goed geweest om het ontstaan en de geschiedenis van Mongolie goed op een rijtje te krijgen. De grote collectie met kleding/ klederdrachten/kostuums was heel interessant. Door de grote hoeveelheid volkeren en de verschillende jaargetijden en gelegenheden is er een grote diversiteit aan kleding.

Vervolgens op weg naar het ons welbekende Zing. Weer een goede lunch.

De middag zijn we 'vrij' en na wat overredingskracht kunnen we op eigen houtje op pad. Het liefst zou onze begeleiding ons dag en nacht bijstaan. Maar het is gelukt. We zijn het Department Store gaan verkennen (helaas geen souvenir afdeling aanwezig, waarschijnlijk alleen in het hoogseizoen) en daarna te voet naar het hotel.

Tijdens de avondmaaltijd konden we genieten van authentieke Mongoolse muziek. Gebracht door een gezelschap van vier mannen in Mongoolse kleding met mongoolse muziekinstrumenten. De muziek was plezierig om naar te luisteren, goed te volgen qua ritme en melodie. De Mongoolse zang gebeurt m.b.v. keelklanken. Even wennen, maar zeer knap en plezierig om naar te luisteren.

CD-tje van de jongens gekocht en terug naar het hotel. Administratie bijwerken!

Morgen nog even een museumpje pikken en dan op naar het Terelj Nationaal Park.

De twaalfde dag (18 oktober): Ulaan Baatar - auto's, auto's, auto's ..

Na een drukke nacht (maar zoals gezegd heb ik daar niets van meegekregen) komen we om precies 06.30 uur aan op het Station van Ulaan Baatar. Aardedonker. Ulaan Baatar ligt op zo'n 1400 meter hoogte en is 'de koudste hoofdstad ter wereld'. Ulaan Baatar betekent 'Rode Held' en is een nieuwe stad. Er wonen om en nabij de 1,5 miljoen mensen (in heel Mongolie nog geen 4 miljoen).

Na een paar minuten komt er een klein vrouwtje aanhollen (jaja, beetje te laat). In no time zijn we op weg naar een flappentap om geld te pinnen en naar een restaurant voor het ontbijt. Het is trouwens behoorlijk fris.

We zijn iets te vroeg bij het restaurant, dat pas om 7 uur opengaat. Maar als we dan eindelijk binnen zijn is het een prima plek. Heerlijk gegeten - warm ontbijt (Engelse inslag). Daarna meteen weer aan de bak:

Eerst naar het Sukhbaatarplein. Het centrale plein van Ulaan Baatar. Hier vinden alle festiviteiten plaats en hier staan de belangrijke gebouwen, zoals het parlement (met Djenghis Kahn standbeeld, geflankeerd door zijn zoon en kleinzoon, allemaal in steen op een stoel voor het gebouw. Verder is het standhuis aan dt plein, theaters, kortom alles wat er een beetje toe doet. Eigenlijk hoort hier nog een beeld van een ruiter te staan, maar dat was in de renovatie. Dus, helemaal weggehaald en komt weer terug als het klaar is. De parlementsgebouwen waren overigens ook net klaar na een tweejarige renovatie. Is wel heel fraai geworden. Sukhbaatar is de vader van het land en waarschijnlijk is het plein naar hem vernoemd.

Volgende stop was het boeddistische Gandan-klooster. Het enige klooster dat de tijd van het socialisme heeft overleefd. Onze gids legt uit wat alle tekens en figuren betekenen en we wonen het begin van de kloosterdag bij. Het is een schitterend complex en we zijn onder de indruk van de mooie kleuren, imposante tempels (4 stuks) en de toch wel erg jonge en oude monikken. We leren al snel dat de monikken met de gouden hoofddeksels de hoogste functies bekleden en dan zakt het af naam zilver en brons. Om 9 uur worden twee jonge monikken een soort uitkijktoren opgejaagd om op ceremoniele toeters de 'dienst' aan te kondigen. Heel indrukwekkend. Vervolgens verschijnen er naast de monikken veel bezoekers. Voor negen uur mochten we de tempel niet aan, dus we schuiven nu aan bij het begin van het gebed. Er worden gezamenlijk citaten geciteerd. Heel rustgevend, alhoewel daar op de vroege ochtend weinig voor hoeft te gebeuren. Terwijl dit allemaal bezig is komen en gaan mensen en wordt er onderling ook gepraat. Allemaal geen probleem. We maken een ronde door de tempel en gaan verder. We zien tientallen gebedsmolens (eraan draaien) en levenswielen (drie keer een ronde lopen onder het citeren van Omani padme hum).
Aan alles doen we natuurlijk mee. Let op: tempels altijd met je rechterbeen eerst betreden en het laatste stukje achteruit eruit. Let op de lage deurtjes en af- en opstapjes.
Een enorm groot standbeeld is in twee jaar gebouwd nadat het oorspronkelijke vernietigd was. Dit staat binnen en is omringd door honderden kleine buddha's en tientallen gebedsmolens. Het beeld (goudkleurig) is zeker 18 meter hoog. Uiteraard mochten we foto's maken (tegen betaling ...).

Net buiten het klooster staat een paal (nog van het oorspronkelijke klooster) waar je een wens kunt doen.

Op het plein voor het klooster zijn heel veel duiven. We kopen een zakje rijst en voeren de duiven.

Dan duiken we het busje weer in om een ger-tentenwerkplaats te bezoeken. Het frame van een ger is helemaal van hout gemaakt en overtrokken met huiden. Het is leuk om te zien hoe enerzijds het groffe werk door de mannen wordt gedaan. En de dames met veel plezier het fijne schilderwerk voor hun rekening nemen.
Op het moment van ons bezoek waren ze bezig met een speciale bestelling vanuit Engeland om een blauwe ger te maken. Normaal gesproken zijn de traditionele kleuren oranje, met versieringen in rood, blauw en groen. (zie foto's).

We worden naar het hotel gebracht, checken in en zijn een uurtje later weer op pad. Kast van een hotel met een zeer grote kamer, prachtig ingericht. Twee nachten hier voor de boeg in een kamer op de elfde etage die (natuurlijk) een prachtig uitzicht heeft. Hoewel de dag een beetje druilerig, sneeuwerig, reggenachtig is, kunnen we toch ver kijken.

Aangezien op maandag de musea dicht waren, hadden we weer een aangepast programma: volgende stop is het Zaisan-monument. Een monument geschonken door Rusland om de vriendschappelijke betrekkingen tussen Mongolie en Rusland te bevestigen. Het is ook een plaats om de overledenen van verschillende oorlogen te herdenken. Het busje brengt ons tot ongeveer de helft en de trap die volgt lopen we hijgend en puffend op. Eenmaal boven hebben we een geweldig uitzicht op de stad. Van bovenaf zien we ook de 'Grote Boeddha' die (je raadt het al) ook in revisie is. Wel zichtbaar, maar niet toegankelijk.

We horen dat de huizen die in de buurt (beneden) deze plaats liggen heel duur zijn omdat ze in een 'beschermde'omgeving liggen. Er staat een hek rond de wijk die dus waarschijnlijk bewaakt wordt.

Terwijl we naar beneden lopen komen we een groep Zuid-Koreanen tegen, die op weg zijn naar boven. In het voorbijgaan wordt hen duidelijk dat we Nederlanders zijn en hun enthousiasme over Guus Hiddink geeft ons genoeg informatie over hun identiteit. Sport verbroedert!

Op weg naar een Sjamanistische Heilige Plaats komen we een kudde paarden tegen. Prachtig in deze omgeving. Bij de Heilige Plaats zien we ze weer. Levert een heel mooi plaatje op. De heilige plaats wordt gekenmerkt door houten palen, tegen elkaar gezet in de vorm van een tent, waar gekleurde, maar voornamelijk blauwe (kleur van de lucht) linte aan hangen. Verder een aantal vuurplaatsen, waar offers zijn gebracht.

Tussen de middag lunchen we in een BBQ restaurant. Dit was al aangekondigd, maar we waren toch verbaasd. Het bleek een restaurant te zijn waar we zelf de ingredienten konden pakken die vervolgens op een plaat voor ons werden geroerbakt. Salade-bar erbij, soep, drankjes, van alles. Ik zag me eigenlijk al vanaf dag 1 de meest vreselijke dingen uitproberen, maar ... so far so good.

Na de lunch vertrekken we naar markt. Heel erg groot. Dit stond eigenlijk op het programma voor morgen, maar... op dinsdag is de markt dicht. Alhoewel we door onze onvolprezen gids even op het verkeerde been zijn gezet m.b.t. de waarde van een Tugrit (Euro's zijn nou eenmaal geen dollars) vallen de prijzen ons toch wel tegen.

We worden terug naar het hotel gebracht en om half zeven worden we geacht weer present te zijn voor het diner. Weer bij Zing (waar we ook hebben ontbeten).

De 1,5 miljoen inwoners kan Ulaan Baatar niet aan. Het vervoer is abominabel. Met de auto is er bijna geen doorkomen aan. Vanochtend heel vroeg was het geen probleem maar gedurende de dag is het uitsluitend aansluiten, tussen dringen, toeteren en veel, veel luchtverontreiniging.
Natuurlijk niet uitsluitend door de auto's. We horen dat er op heldere dagen een sluier van smog in de stad hangt. We hebben ook al wat mensen met mondkapjes gezien. Toch zou het leuk zijn als we morgen mooie weer hadden. Afwachten maar.

Avondeten bij Zing was zo goed als het ontbijt: Super. (Europees).

's Avonds zoeken we nog even een restaurant in het hotel op waar WIFI is.

De elfde dag (17 oktober): Trein Irkutsk - Ulaan Baatar / De gouden koets

Om kwart voor vier gaat de wekker en even later belt de receptie nog een keer. Eruit want onze Vladimir staat over ee half uur voor de deur. Om ons heen zijn al wekkertjes gegaan en we horen al een hoop geplons in kamers naast, onder en boven ons. Het blijkt een bus vol Duitsers te zijn (nu zonder bus) die zich ook klaar maakt om op stap te gaan. Met de plane naar huis, dan wel te verstaan.

Als we beneden komen staan er voor ons inderdaad 2 lunch boxes klaar en precies op tijd komt Vladimir ons weer ophalen. De rit naar het station duurt ongeveer 5 minuten en we wachten in zijn busje. Hij gaat het station in en komt ons halen zodra de trein eraan komt. Wat een luxe.

Bijna ontroerd nemen we van elkaar afscheid, ach je gaat aan elkaar wennen. Jammer dat de ontmoeten meestel midden in de nacht plaatsvinden. Hij krijg ook een delftsblauw frutseltje en een dollar en is helemaal ontdaan.

De trein is aanzienlijk minder luxueus dan we tot nu toe gewend waren.

Geen stopcontact (het eerste waar ik naar zocht), geen slofjes enzo (nooit aangedaan, maar toch jammer, het zijn zo die kleine dingen), een toilet die net het woord mag hebben kortom, oude treinstellen. Maar natuurlijk wel met z’n tweeen in een coupe. Even later komt een vriendelijke en vrolijke provodnica (duidelijk een Mongoolse dame) ons een lakensetje brengen. Waar we in de vorige trein nog een kop en schotel hadden hebben we hier een kaal tafeltje. Maar wel goudkleurige bekleding en spreien. De gouden koets.

Het eerste wat we doen is een paar uur slapen. Als we rond een uur of 10 wakker worden gaan we eerst op ons gemak ontbijten. Smaakt allemaal goed, we hebben nog fruit dat we ook meteen soldaat maken.

Inmiddels herkennen we twee Zwitsers van onze vorige treintrip (Do you speak German? Ja, maar ik doe het niet) en we maken kennis met twee Nederlandse jongemannen. Een uit Doetinchem en een uit Delft, die een stuk samen optrekken, voordat hun wegen zich scheiden. Zij zijn in de eerste klas terecht gekomen omdat de coupe waar ze in zaten overbevolkt was. Niet zo zeer door mensen, maar door een enorme voorraad handelswaar. Ze zijn gered uit die benarde situatie door een provodnica.

Tijdens een stop gaan ze de trein uit om brood te scoren, maar dat lukt niet. We geven ze een half brood van ons.

Tijdens de trip is het ontzettend druk in het gangpad. Dozen, tassen en zakken worden heen en weer gesleept en als we het op video willen zetten wordt er “No, no” geroepen. Goh! We zijn getuige van de grootste rijdende marktkraam.
Inmiddels verschijnen er paspoppen en mannequinpoppen in het gangpad (ook, misschien wel juist) van de andere coupes en nog voor de trein bij de eerstvolgende halte stilstaat, springen de eersten er al uit om hun waar aan de man/vrouw van Ulaan Ude te brengen. Hard schreeuwend en kwetterend wordt allerhande waar aan de man gebracht. Spijkerbroeken, jassen, truitjes, laarzen, schoenen, portemonnees, noem maar op.

Na zo’n half uur vertrekt de trein (heeeel langzaam) en al rennend springen de handelaars er in. Dan begint het volgende feest. Alle dozen/verpakkingsmateriaal moet “verdwijnen” voor de grenscontrole. Dus zo veel mogelijk wordt overgedaan in tassen die vervolgens weer in allerlei coupes moeten verdwijnen. Ze proberen bij ons (en de andere toeristen) ook nog wat kwijt te raken, maar daar gaat wijselijk niemand op in.

De zwitsers staan bij een onleesbare tijdtabel een beetje te utteren. Ze brabbelen iets over tijd en hoe laat, waarop ik niet kan nalaten te zeggen dat zij degenen met de juiste tijd zouden moeten zijn. Het probleem waar ze mee zitten, wordt me wat duidelijker als ze komen vragen of Ulaan Baatar en Mongolie in het algemeen ook 5 uur tijdverschil hebben met Moskou. Zij hebben in een gids gelezen dat Mongolie nl. Niet meedoet aan de zomertijd. Dus zou het tijdverschil wel eens 4 uur kunnen zijn, zodat we een uur langer hebben om te slapen. Aankomsttijd is nl. 06.30 uur. Dat is natuurlijk de moeite van het uitzoeken waard en ... ze hebben gelijk. De klokjes gaan een uurtje terug. Iedereen die mij een beetje kent, weet dat ik inmiddels allang de kluts (is ’t ie weer) kwijt ben van het tijd wisselen en de koers wisselen en noem maar op. Euro’s, dollars, roebels en nu komen daar nog tugrit (of iets wat erop lijkt) bij. Ik zie wel.

Als we bij de grens komen komt een vrouwelijke douane beambte de coupe binnen. Heel vriendelijk. Ze neemt onze paspoorten mee en we waren ervoor gewaarschuwd dat we die waarschijnlijk pas na een paar uur weer terug zouden krijgen. Zo gebeurt het ook. In de tussentijd moeten we formulieren invullen en wordt onze coupe geinspecteerd door een Rus van een dikke twee meter. Makkelijk met bovenop kijken. Twee honden inspecteren ook de wagon.

Uiteindelijk krijgen we onze paspoorten weer terug.

We rijden een paar honderd meter en het tafereel herhaald zich, nu met Mongoolse beambten. Paspoorten inleveren (maar die krijgen we redelijk snel weer terug), formulieren invullen (die kwamen ze eerder ophalen dan ze uitgedeeld waren, het lijkt het restaurant wel) en weer een vent van zo’n twee meter die de coupe inspecteert. Geen honden.

’s Nachts lijkt het venten van alle waar nog een keer plaats te vinden, maar ... ik slaap dan al.

De bedjes in deze coupes zijn breder en ik ben eerder onder zeil dan ik zelf van plan was. Nou ja, morgen weer vroeg eruit want we komen om ongeveer half zeven ’s ochtends aan.

De tiende dag (16 oktober): Het Baikalmeer - Irkutsk

Bedankt voor jullie leuke reacties!!

Een stralende zon en een heldere dag. Prachtig uitzicht vanuit de hotelkamer, waar we heerlijk hebben geslapen.

Om 9 uur aan het ontbijt, want om 10 uur begint het programma weer.
Een andere jongedame helpt ons en zij heeft wel een Engelse menukaart kunnen bemachtigen. We kunnen dus redelijk relaxt kiezen. (Ik ga voor de pancakes, Vlado stort zich weer op de eieren met spek). Als we, zoals gisteren, de boter en extra koffie willen afrekenen. Is dat natuurlijk niet nodig. We zijn niet verbaasd.

We zorgen dat de bagage klaar is en om klokslag 10 uur worden we door Anna opgewacht bij de receptie. Voor vandaag staat een ritje langs het Baikalmeer op het programma (kan ook niet anders) en een bezoek aan het openluchtmuseum Taltsi. Onze chauffeur is weer de onvolprezen Vladimir.

Eenmaal op weg komen nog even wat feitjes van het Baikalmeer te sprake (hier nog even voor diegenen die toen het onderwerp op school behandeld werd ziek waren):

Het Baikalmeer is het diepste meer ter wereld. Het diepste punt is 1637 meter en het bevat ca. 20% van al het aanwezig drinkwater op de wereld. Het Baikalmeer zou 35 jaar lang onze planeet van drinkwater kunnen voorzien. Het is ook het oudste meer ter wereld (50 miljoen jaar geleden ontstaan). In de wintermaanden kan het tot een diepte van 3 meter bevriezen (temperaturen in Siberie varieren van -40 tot +40 graden Celsius). Bijgeloof: waneer je een hand in het water van het Baikalmeer steekt zul je een jaar langer leven. Twee voeten leveren je 5 jaar op en een stukje zwemmen: + 25 jaar.

Tijdens de rit passeren we ook een vroegere locatie van een vroeger Sovjetkamp (concentratiekamp/de Goelag=huiswerk voor morgen). Oorpronkelijk waren ze gebouwd om de industrialisatie te versnellen. Ondanks aantoonbare folteringen en moorden werd het economisch rendement van de gevangenen. Nog een verhaal afkomstig van Anna: een tegenwoordige buurvrouw van haar in Irkutsk kocht jaren geleden vis (in West Rusland). De vis was verpakt in een Italiaanse krant. De krant werd door haar weggegooid en zij werd opgepakt en naar Siberie gestuurd. Zij is, uit angst om haar familie, nooit meer naar Rusland teruggegaan aan het einde van haar straftijd. Ongetwijfeld is dit maar een van de vele verhalen.

We rijden verder door de prachtige omgeving en komen na een korte rit bij het openluchtmuseum aan. We zien huizenbouw (alles in hout, zonder spijkers) vanaf de 16e eeuw, zoals die in Siberie werd gebruikt. Erg indrukwekkend om te zien. Het ligt aan het meer en dus in een geweldig omgeving. (echt de moeite waard om even naar de foto’s te kijken). Rodrigo, if you ever read this: I posted the pictures under “Baikalmeer”.

Na dit bezoekje (zeer de moeite waard en aanbevelenswaardig) op weg naar Irkutsk. Hier zullen we een nachtje blijven (hotel Victory) en dan morgenochtend in alle vroegte weer de trein in. Nu maar voor zo’n 24 uur.

Terwijl we Irkutsk binnenrijden krijgen we natuurlijk weer de nodige informatie. Irkutsk heeft nog veel van de oude houten gebouwen (traditionele bouw). Irkutsk is de hoofdstad van Siberie.

De grond van Irkutsk-centrum begint steeds duurder te worden omdat er gebouwen/kantoren gebouwd moeten worden. Het gebeurt dan ook nogal eens dat er ineens huisjes in brand staan. Om dit soort zaken te voorkomen wordt het zakencentrum verplaatst naar een van de buitenwijken zodat de oude stadskern in tact blijft.

Afscheid van Anna (en uitwisseling van souvenirs) en Vladimir. Vladimir zien we morgen weer terug voor de transfer naar het station. Bij het inchecken in het hotel spreken we af dat we om kwart voor vier ( ...) gewekt worden en een lunchbox meekrijgen. Geregeld.

We hebben in Irkutsk de stad doorgewandeld, met name de winkels. Ongelooflijk hoeveel kleine winkeltjes met dezelfde spullen in een groot overdekt winkelcentrum zijn ondergebracht. En echt alles is er.
In een ander overdekt centrum is een markt met verse producten ingericht. Hier kopen we brood, vleeswaren en water voor de treinreis morgen.

In een eetcentrum maken we kennis met een Nederlander (met I-pad) die daar een wireless plek gevonden heeft. Hij maakt dezelfde trip als wij, blijf vervolgens alleen nog een maand in China. Hij heeft een stukje samengereisd met een Francaise. Die liep gisteren in het winkelcentrum te filmen/foto’s te maken en ineens werd haar camera uit haar handen gegrist. Ze gilde hard, waarop een van de omstanders de man letterlijk en figuurlijk in de kraag vatte. Het enige dat hij overhield was de jas van de dief. Vervolgens zette onze Nederlander de achtervolging in een achterhaalde de man en de camera. Einde verhaal.

Eigenlijk gaat het aan de lopende band zo: we komen veel jonge mensen tegen die tot Beijing dezelfde route en min of meer dezelfde stops volgen als wij, maar die dan nog een half jaar of zelfs een jaar verder gaan. Bofkonten!

Na wat uitwisseling van informatie gaan we weer op pad.

Bij terugkomst in het hotel eindelijk de blogs, facebook, hyves, etc. kunnen nalopen. Prima verbinding.

’s Avonds in het hotel gegeten. Super bediening. Aardige vrouw die ons hielp en goed engels sprak.
Voor het hotel staat een bodyguard. Geeft wel een veilig gevoel. Ondanks heel veel waarschuwingen van iedereen hebben we nog niets naars zelf meegemaakt.

Ook hier is het zo (moet Russisch zijn) dat wanneer een gerecht klaar is, het gebracht wordt. Voor-, hoofd-, of nagerecht, maakt niet uit. Ik kreeg gisteren 20 minuten nadat Vlado het eten had gehad mijn (enige) gerecht. Maar ik had de eerste hap nog niet door mijn keel of er werd al gevraagd of we koffie/thee wilden. Toen we dat uiteindelijk bestelden werd gevraagd of we de rekening wilden. Ik bedoel maar. Supersnel!

Welterusten, vannacht weer vroeg op.

De negende dag: Irkutsk - Listvianka en het Baikalmeer

Jeeehh, we mogen eruit. We moeten er zelfs uit. Vijf over zes Irkutsk tijd en aardedonker. Tot nu toe verliep de reis perfect. Dankzij de Dimitri’s, Borissen, Elena’s en Carina’s en alle mensen die ik vergeten ben.

Na een “valse”stop volgt na een paar minuten de echte en ... we zijn de trein nog niet uit of we zien het bordje Tiara al weer. Deze keer heet onze chauffeur Vladimir. Vladimir spreekt geen woord buiten Russisch, maar heeft een enveloppe voor ons. Informatie over onze nieuwe bestemming en wat er gaat gebeuren. Dus alweer: Prima geregeld. Doet me ook een beetje aan een puzzeltocht denken.

Om een uur of half acht zijn we in hotel “Legend of Baikal” en kunnen we meteen aanschuiven bij het ontbijt. Hier kwam voor het eerst het Point-it boekje goed van pas want er was moeizaam te communiceren. Het menu was in het Russisch en alhoewel we inmiddels wel aardig wat woorden Russisch beheersen, weten we niet hoe jehet schrijft. Dus met behulp van point-it hebben we precies gekregen wat we wilden: Gebakken eieren met spek, brood met kaas en ham en veel thee en koffie.
Tijdens het ontbijt begint het licht te worden en kunnen we iets van de omgeving zien. Prachtig maar bewolkt.

Leuk detail: voor de boter en de extra koffie/thee moesten we extra betalen. (115 roebel geloof ik).

De legende waar het hotel naar is genoemd gaat over Angara (een rivier die uit het Baikalmeer richting Enisei-rivier stroomt) die een dochter was van Baikal. Baikal verstopte haar in zijn water omdat hij niet wilde dat iemand zag hoe mooi ze was. Van een meeuw hoorde Angara van de machtige Enisei. In de nacht sloop ze weg om naar Enisei te gaan. Haar vader was daar boos over en gooie een grote rots achter haar aan. Nog steeds vind je de Shaman steen waar Angara zich van haar vader losrukte.

Het is hier trouwens koud. Heel koud. Toen we het station binnenreden was het geloof ik -2. Maar er staat hier aan het meer een beetje wind en dat maakt het behoorlijk fris.
Na het ontbijt gaan we even op een normaal bed liggen dat niet schudt en hotst. Raar hoor, maar wel zo rustgevend dat ik in slaap val en Vlado tot de ontdekking komt dat hij zich nu niet zo goed voelt. O jee. Misselijk.

Om een uur of twaalf rustig aan op pad gegaan. Het ziet er buiten toch aangenaam uit, dus nog zonder de dikke jassen en handschoenen. Achteraf blijkt dat net te doen. Vanaf de volgende stop zal het ongetwijfeld anders gaan.

We besluiten een stuk langs het meer te lopen en komen al snel langs en Museum met de Flora en Fauna van het Baikalmeer. Binnen blijken ze ook een Aquarium te hebben. Twee schattige zeehondjes (of zijn het nu meerhondjes) die eigenlijk helemaal niet lijken op de zeehondjes die we in Europa zien/hebben. Hele grote ogen en bijna kogeltje rond. Onderweg een vaag broodje gegeten met kool en uien. Geweldig!

Als we het restaurantje verlaten krijgen we gezelschap van een hond. Teefje. Als we een paar andere honden tegenkomen loopt ze trots naast ons. Tot aan het hotel loopt ze met ons mee, onderweg laat ze ons alle interessante plekjes zien. Voor een hond.

Als we terug zijn in het hotel weer even plat en TV kijken. De Russen hebben een andere betekenis gegeven aan het woord na-synchronisatie. Als jehier buitenlandse series hebt praten ze gezellig met z’n allen. Dus niet zoals de Duitsers waarin John Wayne zegt: Haende hoch, du has keine chance. (of iets dergelijks) maar gezellig John Wayne in het Amerikaans en een Rus die samen met hem praat. Zonder intonatie, gewoon de woorden. Een soort ondertiteling voor blinden. Erg vermoeiend en druk.

Vandaag (het blijkt vrijdag te zijn) weer een paar bruiloftsgangers gezien en, wonder boven wonder, in het hotel waar wij logeren en ook het diner wilden gebruiken twee (ja 2) parties in 1 zaal. En ook nog de gewone restaurant-gangers. Beetje te veel van het goede denk ik. De ene club was ook van wat meer “standing” en hield een soort staand etentje met drankjes voor pa, ma, broers en zussen (schat ik zo in).

De andere partij was met een dame in een rode bruidsjurk (ja, en dat zegt dan ook al weer genoeg) die al een kindje had en duidelijk weer in blijde verwachting was. Onze observaties leerden overigens dat niet iedereen zo blij was. Het is wel gewoonte (hebben we inmiddels ook in St. Petersburg ondervonden) dat er zo nu en dan enorm hard geschreeuwd wordt (ik herken het woord Troyka, maar het kan van alles zijn) en uiteindelijk geteld en dat de jonggehuwden elkaar dan zoenen. Zo lang als het geschreeuw duurt. Niet altijd even smakelijk.

Undecided

Deze reis is mede mogelijk gemaakt door:

Tiara Tours