De zestiende dag 22 oktober): Mijn Koningkrijk voor een paard ...
’s Ochtends is het niet wit, maar er staat een snijdende wind.
Na het ontbijt beginnen we aan onze ochtendwandeling. Dit keer gaan we recht (nou ja, erg steil) omhoog de berg op, die achter onze gers staat. Vlado is de eerste dag al een stukje omhoog geweest. Ik probeer op mijn Asics naar boven te komen omdat ik erg last heb van mijn bergschoenen. Snap eigenlijk niet waarom ik ze nog meesjouw. Volgens mij gaan die Nederland niet meer zien. Het is een fikse klim en zeker na zo’n 150 meter hoogteverschil glibberig. Hier is hier en daar hagel blijven liggen. We komen zonder problemen boven en genieten dan van een mooi uitzicht. We kijken de vallei nu in waar we vandaan komen, maar zijn ook in een col terecht gekomen waar aan de andere kant glooiende velden naar beneden gaan. Vooral ’s zomers moet dat prachtig zijn als het groen is.
Nu is het indrukwekkend door de stilte en ongereptheid. Je kunt nog het idee hebben dat je als een van de eersten dit stukje natuur ziet. Na een korte pauze en de nodige foto’s en filmpjes gaan we rustig aan weer naar beneden. We denken zo’n 300 meter geklommen te hebben.
Beneden aangekomen is het tijd voor de lunch en ja hoor ... vanochtend zijn er twee paarden besteld. Levende wel te verstaan en hopelijk voorzien van een begeleider. Het hele spulletje zal om een uur of twee aanwezig zijn. Het gemiddelde paard waar ik in Nederland mee te maken heb zijn politiepaarden en die vind ik errug hoog
. Dan denk ik er maar aan dat we het altijd over de kleine Mongoolse paardjes hebben, dus als we naar onze ger lopen om nog warmere kleding aan te doen (de wind is sterker geworden en het is erg koud) kijken we af en toe achterom of we al iets zien. Onze ger ligt ook iets hoger op het terrein dus Vlado blijft voor de deur kijken of er wat aankomt.Iets over twee uur beweegt er iets richting ons kamp en inderdaad zie ik een Mongoolse meneer drie paarden naar voren duwen. Geen wonder dat ie wat later is. Na een paar minuten kruipen de paarden dichterbij (alsof ze weten wat ze te wachten staat) en blijken de smeekbedes van de begeleider te helpen. Wanneer de paarden beneden staan worden we geroepen en kan het feest beginnen. Voor twee leken die zich tot voor kort alleen bezighielden met non-paardige bezigheden was het opstappen al de eerste uitdaging. Waar de eerste slappelach bui bij de “entrance of the horses” was, volgde de tweede bij “mounting of the horses”. Uiteindelijk heeft de begeleider (“tomé” of zoiets genaamd) me erop gekregen. Punt voor hem. De receptionist heeft me vervolgens uitgelegd hoe een paard werkt. Ik was met name geinteresseerd in de rem. Die werkte. Het stuurprincipe werkt ook logisch. Waar het hoofd heen gaat (paard heeft hoofd weet ik nog), gaat het paard en dus de berijder. Werkt ook. O.k. dan toch voor de zekerheid een riem aan de gids gegeven voor het eerste stuk. Lekker relaxt, kan ik eerst wennen aan het gewiebel en kan ik foto’s maken. Zo bedacht, zo gedaan. Waar ik dacht dat we een uurtje en heel misschien twee op een paard zouden doorbrengen (al naar gelang de kou en weersomstandigheden) hadden we ineens besloten om naar de rivier Tul te gaan. (Komt overigens uit in het Bajkalmeer, ach wat is de wereld toch klein). Dat wil dan ineens zeggen 3 uur op een paardenrug. Maar ach, hoe vaak kom je in Mongolie? Die keren zijn op de vingers van één hand te tellen, dus .. Op naar de rivier Tul.
Het is zonder meer een mooie tocht. Vlado heeft het paard al snel onder controle en denkt er inmiddels over zich op te geven voor het volgend Concours Hippique in Rotterdam. Soms als ik onderweg keek, zat hij achterstevoren in het zadel om filmpjes te maken. Een enkele keer hing hij ook onder het paard om mooie plaatjes te schieten (zegt hij tenminste achteraf). Zonder gekheid, de samenwerking met zijn paard verliep prima. Al vrij snel hotsten zij over de steppen alsof ze elkaar al jaren kenden. Een lust voor het oog. Dat vond Tomé ook. Als ze weer langs kwamen schaterde hij het uit. Het eerste stuk loopt parallel aan de weg, dus zien we af en toe nog auto’s, maar al snel buigen we van de weg af en kruisen we een kudde met van alles. Koeien, geiten en schapen, vergezeld door twee herders. Onze gids maakt even een gezellig praatje en ineens blijken we ook een hond mee te hebben. Gezellig. We komen ook nog een kudde paarden tegen die gezellig samen op pad is en dan bereiken we een vlakke vruchtbare strook, met bomen. Daar achter stroomt een riviertje, ons einddoel, de Tul. Tommé laat de paarden drinken en springt dan op het paard van Vlado om dit naar de overkant door het water te leiden. Dat kunstje wil hij ons ook laten doen. Vlado wel, ikke niet dus. Maar wel leuke foto’s en filmpje van gemaakt. Dan is het weer tijd om de terugtocht te beginnen. Het is ook nog steeds koud. Onze gids is een vrolijk mannetje dat hele verhalen vertelt onderweg. Rotterdammers in de Rimboe. We kletsen gezellig mee: “volgens mij zegt ‘ie dat ‘ie daar woont”, “hij zegt denk ik dat ze nog helemaal daarnaartoe moeten”, “volgens mij heet z’n hond Hosja”. Na het “me Tarzan, you Jane” stadium wil hij ook weten waar we vandaan komen. “me Mongol” levert hem “me Holland, Netherlands, Anton Geesink, Marco van Basten, Guus Hiddink” op, maar nope. Geen teken van herkennig. Wel een innemende vriendelijke lach. Om snel in het kamp te zijn gaan we stukjes in een iets hogere versnelling. Ik voorzie al een blauw achterwerk! Maar het helpt wel. We zijn na een geweldige tocht netjes om vijf uur weer terug. Tijd voor een wodka! Bij de gers krijgen we de vraag “dinner at six please”, dus even omkleden en aan de prak. Aangezien het weekend is aangebroken zijn er meer gers bezet en boven de eetzaal blijken kamers te zijn. Deze zijn nu ook voor een groot gedeelte bezet. Daarna is voor mij het lampje uit gegaan. Terug in de ger was het zo ontzettend warm dat ik alleen nog maar kon liggen en prompt in slaap viel. (en er was nog wel karaoke van 10 tot 12 ...). Goh.
Reacties
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}